Titelbild: (c) Frank Gottschall, VEWA e.V.

Nederlandse versie: locaties publiceren van bunkers in de Bondsrepubliek

Het is niks nieuws, dat de publicatie van locaties van wettelijk beschermde monumenten negative gevolgen voor de toestand heeft. Roofopgravingen en vandalisme hebben altijd al grafheuvels en "oude puinhopen" verder beschadigd.

Nou hebben we hier te maken met een nieuwe vorm van "grafheuvels": bunkers uit de in Duitsland gevoelige periode 1930-1945. Die bevinden zich in de huidige Bondsrepubliek, o.a. als deel van voormalige fortificatiesystemen langs de westelijke grens, van Nijmegen tot Basel. Het gaat hier om meerdere deelsystemen, elk met hun eigen historische en conceptionele achtergrond en bouwtijd, waarvan enkele 1937 nog onder de "projectnaam" "Westbefestigungen" gepland en gebouwd werden.

Ik wil benadrukken, dat vooral  na de conceptionele breuk vanaf juni 1938, die als "Limesbauprogramm" de geschiedenis inging en waaruit het deelsysteem "Westwall" ontststond, absoluut geen verdedigingssysteem meer gebouwd werd. Hier werd gestreefd naar een geopolitisch machtsinstrument, welliswaar ontworpen voor een defensive houding tegenover Frankrijk, maar tegelijk moest het de politieke en militaire verovering van "Lebensraum" in Oost-Europa mogelijk maken. Dat begon in september 1938 met Tsjechoslowakije en ging een jaar later verder met Polen.

Alleen al tegen deze achtergrond verdienen de resten van deze fortificaties een deugdelijke wettelijke bescherming als monument. En veel mensen (ook ik) zouden graag over elke bunker met tekeningen en foto's in het internet willen publiceren, zodat ook andere mensen deze kunnen bezoeken en zich bewust worden van een stuk Europese geschiedenis.

Nou is het echter zo, dat je met de publicatie van locaties voorzichtig moet zijn.

Met deze blog wil ik proberen met deze spagaat om te gaan. Ik zal uitleggen waarom de publicatie van locaties schadelijk kan zijn en waarom de situatie in de Bondsrepubliek nou eenmaal anders is als in Nederland.
Ik zal echter ook documentatiemateriaal van bouwwerken tonen, om ervoor te zorgen dat buurtbewoners, lokale overheden, toevallige bezoekers en geëngageerde Europese burgers bewust met deze sporen van de geschiedenis omgaan.


Een echt Duits thema: "Verkehrssicherung" kontra Monumentenzorg

Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft zich de Bondsrepubliek erg veel moeite getroost, om mogelijke gevaren in te dammen, die van ruines van opgeblazen bunkers van de voormalige "Westbefestigungen" kunnen uitgaan en ervoor te zorgen, dat deze ruines de ontwikkeling van bebouwing en infrastruktuur niet hinderen.

Als vijftienjariger grensbewoner bij Aken ben ik eens begonnen, de achtergronden en huidige toestand van de eens zo talrijke bunkers te onderzoeken. En toen ik bitter weinig vond, kwam ik op de gedachte, dat men die bunkers gewoon niet mooi vondt, en ze daarom met pneumatische hamers, graafmachines en veel geld te lijf ging. Daarmee werd ook een stuk geschiedenis uit het bewustzijn van de mensen verdrongen.

Dat werd op een gegeven moment vooral betaald door het federale Ministerie van Financiën met het argument "Verkehrssicherung". Daarmee niet alleen de Nederlandse "verkeersveiligheid" voor wegverkeer bedoeld wordt, maar ook veiligheid voor passanten en zelfs voor (illegale) bezoekers. Of die er mogen komen of niet, doet dus niet eens ter zake. Hier wil ik aanmerken,dat ik geen enkel ander land in Europa ken, dat zich zoveel zorgen maakt over gevaren aan zijn voormalige vestingwerken en daar zoveel geld aan uitgeeft. In Frankrijk, België en in mindere mate in Nederland zijn bunkers en soms ook forten zonder veel moeite toegankelijk. Dat kan ermee te maken hebben, dat het relative aandeel aan intakte objekten in de Bondsrepubliek duidelijk kleiner is als in andere landen. Ik denk ook, dat het imago van bunkers in de Bondsrepubliek in de 60ger en 70ger jaren niet alleen slecht was. Er was geld beschikbaar en er bestond ook de politieke wil om de als "onaangenaam" beschouwde sporen van de oorlog te verwijderen.

Toen in de 80ger jaren de "Bunkerbeseitigung" ook voor aanzienlijke bosgebieden, natuurreservaten en historische slagvelden geen halt maakt, ontstond steeds meer weerstand van historici, natuurbeschermers, monumentendienst, erfgoedorganisaties, bunkervrienden en buurtbewoners.

Het was een schizophrene situatie: Aan de ene kant gaven overheden op alle niveau's belastinggeld uit, om monumenten te restaureren, biotopen op te waarderen of zelfs nieuw aan te leggen. Aan de andere kant hield een federaal overheidsorgaan, het toenmalige Bundesvermögensamt (afgekort BVA), vast aan natuurlijk noodzakelijke "verkeersveiligheid" en vernietigde ze juist. Na enkele publicaties werden daarin beschreven objekten afgebroken. Het leek, alsof publicaties "federaal vandalisme" begunstigden. Daarmee zijn we weer midden in het onderwerp "publicen van locaties" aangekomen.

Eind 2002 begon de redactie van het tijdschrift "Der Spiegel" zich voor de reden van deze vernieitiging van geschiedenis te interesseren en Spiegel-TV zond 2003 een dokumentaire hierover uit.
Tussen 2004 en 2009 richtten de vier "Westwall-deelstaten" wettelijke beschermingsinstrumenten in. De Bund für Umwelt und Naturschutz Deutschland biedt met het project "Grüner Wall im Westen" een forum, waarin de federale overheid, deelstaten en organisaties ter bescherming van natuur en historisch erfgoed proberen de divergerende belangen onder één hoed te krijgen.

Als alternatieve maatregel ter Verkehrssicherung worden intussen oude hekken om bunkeruines vervangen en nieuwe aangelegd. Ook dat kost geld, brengt de verwijdering van begroeing, de kap van tientallen jaren oude bomen en beschadigingen aan loopgraven en de objecten zelf met zich mee. Hekken en prikkeldraad versperren dieren de weg naar hun slaapplaats, jachtgebied, hol of nest. Door omgevallen bomen beschadigde en vervallen hekken worden vaak zelf een gevarenbron voor mens en dier.
Er zijn veel mensen, die het liefst helemaal geen hekken willen, want er zijn toch zoveel honderden locaties in de Eifel, de Hunsrück, in de Pfalz en in de bossen langs de Rijn, die niemand storen en waar nog nooit iemand ook maar een schrammetje heeft opgelopen.
Maar zo simpel is het niet.



Ontbrekende kennis en vooroordelen

Er bestaat een niet te onderschatten factor, die door de publicatie van locaties tot een directe verschlechtering van de huidige toestand kan leiden: Buurtbewoners, landbouwers en lokale overheden zijn in de regel niet voorbereid op "bunkertourisme". Ondervindt iemand "overlast", wordt geklaagd bij de lokale overheid of eigenmachtig gehandeld. Soms wordt rechtsextremisme gevreesd en dan ligt er snel een lading zand voor de ingang.

Ik zeg het hier heel eerlijk: Tijdens al die jaren tussen puin en ruines, tussen de symbolen van de nederlaag van het Derde Rijk, ben ik langs de Westwall nog nooit neo-nazis tegen gekommen, die daar hun "gedenkteken" hadden. Waarom ook? Maar ik heb wel veel mensen gezien, die met hun "praktische" militair uitziende kleding een negatief imago uitstralen. Lieve mensen, laat dat camouflagepakje nou thuis en wie dat zo graag wil, gaat alsjeblieft ergens anders soldaatje spelen.

Hier zijn twee komponenten te onderscheiden: Aan de ene kant buurtbewoners en lokale overheden, en aan de andere kant bezoekers, die in kleinere of grotere getale bunkers willen bekijken (waarover later meer).

Buurtbewoners, landeigenaren, boswachters, jagers, pachters, landbouwers en lokale overheden weten domweg vaak niet, wat ze met die oude betonblokken moeten beginnen en daarom vernielen of begraven ze deze soms.
Ontbrekende kennis en tientallen jaren oude vooroordelen spelen hier een grote rol. Dat kan verbeterd worden door doelgerichte publicaties over een klein gebied, begeleid door rondleidingen, wandelingen en voordrachten, en daar mogen locaties best genoemd worden. Dat bevorderd kennis en begrip voor samenhangende feiten, maar kost natuurlijk werk.


Een voorbeeld van wat je maar beter niet doet

Stel je voor, dat ik de documentatie van deze bunker op een webpagina publiceer, maar dan met het korrekte nummer, de plaats en de GPS coordinaten, misschien zelfs als een spannende Geocache. Wat kan dan gebeuren?


- Je zult daarmee meer bezoekers aantrekken. Dat wilde je toch? Hoe meer publiek, des te meer bandensporen, voetpaadjes en vuilnis, en dat schaadt als eerste de vegetatie.

- Als gevolg voelen zich sommige diersoorten gestoord en mijden hun nest, slaapplaats of jachtgebied.

- Buurtbewoners, landeigenaren, pachters, landbouwers, jagers en boswachters ondervinden overlast en proberen het publieksverkeer te onderbinden. In het verleden volstond in sommige gevallen een aanvraag tot afbraak bij het Bundesvermögensamt en dan kwam de bagger. Op andere plaatsen wordt eigenmachtig gehandeld en wordt de ingang mit zand en takken dicht gegooid.

Het is naiv om te geloven, dat een fotootje in het internet, een KML-bestandje bij Google Earth of een thread in een forum niet schaden kan.

Landeigenaren bekijken graag hun eigendom in Google Earth. Kun je je voorstellen, hoe snel een bunkerruine kan verdwijnen, wanneer iemand met een GPS-puntje en een paar leuke fotootjes "reclame" maakt voor die bunker op dat perceel, en prompt een week later het hek wordt opengebroken?




Plundering

Een laatste factor wil ik nog voor ogen voeren: plundering. Als je bij Ebay ziet, wat aan deuren, pantserplaten en lafetten die in bunkers "gevonden" werden aangeboden, verlangt en geboden wordt, dan is wel duidelijk dat ook kleinste nog ingebouwde onderdelen "vogelvrij" zijn.
Toen dat begon met het uitkramen von opa's zolder was dat nog leuk. Wat daar alles tevoorschijn kwam! Maar nu is er zoiets als een "markt" ontstaan, en "Bauteile" worden regelrecht uit bunkers gebroken, gezaagd en gehakt. De hoge marktprijs voor metaal doet er nog een schepje bovenop.

Ik ben van mening, dat ik deze praktijken niet ook nog ondersteun met de publicatie van locaties. Voor wie het nog niet weet: bunkers en hun inventaris zijn geen overbevonden goederen. Voorwerpen uit bunkers demonteren is diefstal en naar Duits recht een strafbaar feit. Monumenten met opzet beschadigen is crimineel. Wie zulke voorwerpen koopt zonder naar de herkomst te vragen ondersteunt deze praktijk en is eigenlijk ook strafbaar.
Daarom verzoek ik: Doe daar niet aan mee.

- Patrice Wijnands, VEWA e.V.

Keine Kommentare:

Kommentar veröffentlichen